woensdag 7 oktober 2015

Eén grote poppenkast?

‘Oké, en dan zeg ik: Hoi prinses, ik ben Ken, zullen we dansen?’ ’Goed Ken, maar wat stinkt het hier, heb jij een scheet gelaten?’ ‘Ja, en ik moet nu even poepen, tot straks Barbie.’ Dit poppenspel duurt nog geen 30 seconden of mijn dochters van 8 en 6 liggen al hikkend onder de bank. De poppen liggen ergens laveloos op de bankleuning, dochters komen voorlopig niet meer bij en ik mopper in mijzelf ‘moest ik hiervoor nou komen kijken’.

Toch heeft deze voorstelling wel iets opgeleverd: de kinderen hebben zeker een uur samen gespeeld en de voorstelling geoefend. Er is gelachen, overlegd, gediscussieerd over de verhaallijn en alle poppen zijn met zorg uitgekozen. Dat Barbie en Ken tijdens de voorstelling zo snel van het eigenlijke scenario afwijken, neem ik dan maar voor lief. Het blijft voor mijn dochters te aantrekkelijk om de poppen iets ‘stouts’ te laten zeggen of doen.

Poppenspel, het is mateloos populair bij veel kinderen. Het bevordert de interactie tussen kinderen, ze ervaren hoe het is om de leiding te nemen of te volgen en het vergroot het inlevingsvermogen. 
Bij ViaViela zijn we enthousiast over het inzetten van een pop tijdens speel- of leeractiviteiten met opvangkinderen, denk bijvoorbeeld aan Beer Pip van Piramide voor Gastouders. Kinderen durven meer te zeggen tegen Pip en vinden het leuk om de pop te betrekken bij hun eigen spel.

Ook samen een echte poppenkastvoorstelling maken, is een manier om de ontwikkeling van zowel kleuters als oudere kinderen te stimuleren en om te kijken over welke interactievaardigheden jouw (opvang)kinderen beschikken. Bovendien is het een activiteit die met weinig middelen en wat creativiteit goed uit te voeren is!

Hier zijn een paar tips om samen de leukste poppenkastvoorstelling te maken:

1.       Bedenk vooraf het decor voor de poppenkast (de leuning van de bank, de tafel of misschien een echte poppenkast).
2.       Bedenk een verhaal wat je wilt spelen met de kinderen. Het liefst een verhaal waarin jouw poppenkastpop de andere poppenkastpoppen nodig heeft. Bijvoorbeeld: jouw poppenkastpop is jarig en de andere poppen mogen op zijn feestje komen. Je kunt ook een verhaal uit een boek naspelen.
3.       Vertel je (opvang)kinderen dat ze samen met jou in een poppenkastverhaal gaan spelen.
4.       Laat ieder kind een eigen poppenkastpop uitzoeken. Dit mag natuurlijk ook een knuffelbeest of een favoriete actiefiguur zijn.
5.       Ga achter de poppenkast staan, vertel wie je bent en welk verhaal je bedacht hebt.
6.       Vraag de poppen om de beurt bij je langs om te komen helpen. Houd het spel kort en geef ieder kind de kans om jou te komen helpen. Laat eerst de kinderen aan bod komen die het niet eng vinden om mee te doen. Durft een kind echt niet? Dwing het dan niet, het moet wel een leuk spel blijven.  
7.       Rond de beurt van ieder kind duidelijk af, bijvoorbeeld door elke pop uit te zwaaien als hij weer weggaat.
8.       Complimenteer kinderen tijdens het spel met hun inbreng: ‘Wat een goed idee Jan Klaassen om de kaarsjes uit te blazen, doen jullie allemaal mee?’
9.       Is de voorstelling bijna afgelopen? Vertel dat dan op tijd, zo weten kinderen waar ze aan toe zijn en kun je de voorstelling samen goed afsluiten.
10.   Bespreek na afloop de activiteit nog even na. Vonden de kinderen het leuk om mee te spelen?

Fijne voorstelling!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten