dinsdag 24 september 2013

Opgeruimd staat netjes

Je hebt net je woonkamer opgeruimd: gestoft, vloer schoongemaakt en spulletjes opgeborgen. Ziet er netjes uit, denk je. Even dan. Want tien minuten later ligt er weer overal speelgoed. Ken je dat?

Zamarra Kok, professioneel organizer en bekend van o.a. de boeken ‘Opgeruimd!’ en ‘Speedcleaning’ vertelt mij dat dit een bekend probleem is bij ouders. ‘Vooral bij het eerste kindje is het wennen dat je huis niet altijd meer opgeruimd kan zijn. De eerste stap is dan ook het idee los te laten dat je huis altijd aan kant moet zijn’, zegt Zamarra. Dit zal geleidelijk gaan. ‘Vergelijk het met voor het eerst samenwonen met je partner. Dan moet je ook wennen aan de opruimgewoonten van de ander’.

Oké, de eerste stap is dus erkenning. Zamarra vertelt dat er in een huis met kinderen ook de ruimte moet zijn om te spelen. ‘Maar je kunt deze speelruimte wel inperken. Denk bijvoorbeeld aan een poppenhoekje in de woonkamer. Of leg een speelkleed in de kamer en spreek af dat het speelgoed alleen op het kleed blijft.’ Zo voorkom je dat het speelgoed door de hele woonkamer verspreid ligt.

Vooral jonge kinderen kunnen ‘verzuipen’ in teveel keuze van speelruimte en speelgoed. Zij kunnen nog niet goed onderscheid maken tussen het ‘klaar zijn’ met speelgoed en het verder gaan met een nieuwe activiteit. Oudere kinderen daarentegen leren op school al om eerst iets op te ruimen voordat ze verder gaan met het volgende. Deze regel kun je daarom bij oudere kinderen  thuis ook goed toepassen.

Dan nu het opruimen zelf. Als je kind meehelpt in huis, leer je hem hoe je een klus voor elkaar krijgt en help je hem zelfdiscipline op te bouwen. Daar heeft je kind later veel profijt van! En samen opruimen kan ook heel leuk zijn, zegt Zamarra.


Vraag je kind eens hoe hij het opruimen zelf zou aanpakken. Zo worden de kinderen van Zamarra heel actief van hardrock. Als ZZ Top wordt opgezet, is het huis zo aan kant. Misschien heeft jouw kind ook een goed idee voor de aanpak van het huishouden! Sowieso vinden kinderen het fijn om inspraak te hebben. Zo geef je ze het vertrouwen dat ze iets kunnen.


Heeft je kind nou echt geen zin om aan de taak te beginnen? Dan kun je een beloning afspreken, bijvoorbeeld dat jullie na het opruimen gezellig een filmpje gaan kijken. Zamarra vertelt dat het kan helpen als je kind het zicht heeft op een leuke beloning. Wel stelt ze dat deze beloning beter geen snoep of cadeautje kan zijn: er valt altijd wel een leuke (gezamenlijke) activiteit te bedenken.

Ten slotte nog drie belangrijke tips op een rijtje:
1)      Geef zelf het goede voorbeeld.
2)      Bied structuur aan door op vaste momenten op te ruimen.
3)      Geef concrete aanwijzingen: ‘ruim je kamer op’ is niet specifiek genoeg. Kinderen weten dan niet waar ze moeten beginnen. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat de kamer ‘vloervrij’ moet zijn: alle spullen die op de grond liggen moeten op hun oorspronkelijke plek geplaatst worden.

Heb jij zelf een goede tip hoe jij thuis of in de opvang opruimt met je kinderen? Deel hem met ons in een reactie, dan kunnen andere ouders hem ook gebruiken!

Heb je een onderwerp waar je meer over zou willen weten of heb je een vraag over de opvoeding van je (opvang)kind? Laat het ons weten door een reactie te plaatsen of een bericht te sturen naar pedagogiek@viaviela.nl. Wie weet lees je jouw onderwerp de volgende keer terug in de blog!

Uiteraard worden alle vragen vertrouwelijk behandeld.

dinsdag 10 september 2013

Voorkomen is beter dan genezen

In mijn vorige blog konden jullie tips lezen over het omgaan met driftbuien van je peuter. Ik kreeg hier een aantal reacties op, van ‘structuur aanbieden, hoe doe ik dat?’ tot ‘mijn kind luistert niet tijdens een driftbui’.

Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ wil ik hier graag op reageren met tips waarmee je een driftbui kunt proberen te voorkomen. Een driftbui op z’n tijd is niet erg; het wordt pas een probleem als je kind een aantal keer per dag uit z’n slof springt.

Vrijwel alle pedagogen zijn het erover eens dat het valt of staat met de manier waarop je communiceert met je kind. Hoe kun je dit doen?

è Geef concrete aanwijzingen

‘Doe eens niet’, ‘Stop daarmee’, ‘Wat doe je nou’. Betrap je jezelf er ook wel eens op dat je – in een snelle reactie – op deze manier reageert?

Het probleem met deze manier van communiceren is dat het niet concreet genoeg is. Je kind denkt dan: waar moet ik mee stoppen? Omdat hij niet weet waar hij mee moet stoppen, bestaat de kans dat hij doorgaat.

Beter kun je dus zeggen ‘Stop met het duwen van je broertje, dat doet hem pijn’.

Het helpt om in je vraagstelling altijd het ‘wat, waarom, hoe en wanneer’ te noemen. Dan is het voor kinderen duidelijk wat er van hen verwacht wordt.

Dit geldt overigens ook voor het geven van complimentjes. Bijvoorbeeld de opmerking: ‘Wat een mooie tekening!’ zal je kind waarschijnlijk leuk vinden om te horen, maar hij weet vervolgens niet wat er dan mooi is aan de tekening. En dat vind hij fijn om te weten, zodat hij de volgende keer weer kan proberen een complimentje te krijgen.

è Wees consequent

Grenzen stellen en je hier ook echt aan houden, is ontzettend moeilijk. Maar als je dit weet vol te houden, heb je hier later veel profijt van. Kinderen weten dan namelijk dat een grens ook echt een grens is en dat discussiëren of zeuren geen zin heeft.

In J/M Voor Ouders geeft kinderpsycholoog Tischa Neve – o.a. bekend van opvoedprogramma ‘Schatjes’ – een aantal tips:
  • Begin met een paar basisregels om het jezelf makkelijk te maken.
  • Als je kind oud genoeg is, maak deze basisregels dan in overleg met je kind zodat hij ook inspraak heeft en de regels niet alleen worden ‘opgelegd’.
  •  Zorg dat de regels reëel en haalbaar zijn. Als je bij voorbaat al weet dat je de ‘nee’ niet kunt volhouden, kun je beter meteen toegeven met een goede reden.

è Maak het visueel/zichtbaar













Vooral bij kinderen die nog niet kunnen lezen of kinderen die visueel zijn ingesteld  kan het helpen om plaatjes te gebruiken. Je kan bijvoorbeeld het dagritme in plaatjes weergeven, dit wordt ook vaak op school gebruikt. Ook kan je de regels in huis duidelijk maken met plaatjes.















Op deze site kun je gratis dagritmekaarten vinden. Het is ook leuk om er een knutselmiddag van te maken en samen met je kind de kaarten te maken. Je kan bijvoorbeeld op een rood blad een tekening maken van iets dat niet mag en op een groen blad een tekening van hoe het wél moet. Dan betrek je je kind bij het maken van de regels en zal hij ze beter onthouden!

Heb je een onderwerp waar je meer over zou willen weten of heb je een vraag over de opvoeding van je (opvang)kind? Laat het me dan weten door een reactie te plaatsen of een bericht te sturen naar 
pedagogiek@viaviela.nl. Wie weet lees je jouw onderwerp de volgende keer terug in de blog!

Uiteraard worden alle vragen vertrouwelijk behandeld.
Eva van Eekelen is orthopedagoog en werkzaam bij ViaViela als pedagogisch beleidsmedewerker.