maandag 26 augustus 2013

De Peuterpuberteit

‘Mijn peuter bijt andere kindjes, wat moet ik doen?’ De moeder die me benaderde met deze vraag is niet de enige met dit probleem. Google maar eens op ‘bijtende peuter’ op internet: 14.000 hits!

Het hoort allemaal bij de peuterpuberteit. Naarmate peuters ouder worden, krijgen ze steeds meer een eigen willetje. Gaat iets niet zoals ze willen, dan kunnen ze behoorlijk boos worden. En omdat bijten of slaan makkelijker is dan praten, heb je al snel een klap te pakken of de tandjes in je arm staan.



Wat kun je daar nou aan doen? Ik heb een aantal tips verzameld van twee pedagogen met ieder een andere aanpak.







Time-out
Pedagoge José Sagasser schrijft op haar site OPVON dat het belangrijk is dat je peuter een manier vindt waarop hij zijn boosheid kan uiten. Als je kind boos is, laat hem dan bijvoorbeeld even uitrazen op de gang. Zo leer je hem dat boos zijn mag, maar dat hij dit moet uiten op een manier waar niemand last van heeft. Na de time-out kun je vervolgens beter geen aandacht meer geven aan het incident. Waarschijnlijk is het al weggezakt en als je erover begint, kan dat hem weer op een idee brengen om nog een keer aandacht te vragen.

Steun en uitleg
Pedagoge Marit Langedijk schrijft in de rubriek ‘Vrouw’ van de Telegraaf dat het geweten van een peuter nog in ontwikkeling is. Een peuter begrijpt daarom niet goed wat hij wel en niet mag. Je kind heeft dan consequente steun en uitleg nodig. Als je kind bijvoorbeeld een ander kindje bijt omdat die zijn speelgoed heeft afgepakt, kun je eerst benoemen welk gedrag niet geaccepteerd is en vervolgens laten zien hoe het wél moet. Reageer kort en bondig: 'Stop met bijten! Kijk naar je vriendje, dat doet hem pijn'. Begeleid je kind vervolgens bij het oplossen van het probleem, bijvoorbeeld door te laten zien hoe je het speelgoed kunt delen.

Driftbuien voorkomen
Het keyword is: structuur. Hoe biedt je je peuter zoveel mogelijk structuur, zodat driftbuien zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden?
·         Benoem wat je doet, wat er gaat gebeuren en stel vaste eet- en slaaptijden op.
·         Zet spullen waar je kind niet aan mag komen zoveel mogelijk weg, zodat hij er ook niet aan kan komen.
·         Geef niet toe aan gezeur, blijf bij eerder genomen beslissingen! Anders leert je kind dat zeuren ‘werkt’.

Wel even volhouden
Elke thuissituatie is anders: jij weet zelf het beste of jouw peuter goed kan luisteren naar aanwijzingen of dat hij rust nodig heeft en baat kan hebben bij een time-out. Zolang je dezelfde aanpak maar consequent hanteert. Het is dus belangrijk om niet te veel te wisselen in aanpak en deze ook af te stemmen met eventuele andere verzorgers. Een peuter leert door ervaringen: als deze ervaringen steeds verschillen, zal het dus lastig zijn voor je kind om iets nieuws aan te leren. 

Ten slotte: het leerproces bij peuters kan een aantal weken duren. Dus geef niet te snel op!

Heb je een onderwerp waar je meer over zou willen weten of heb je een vraag over de opvoeding van je (opvang)kind? Laat het me dan weten door een reactie te plaatsen of een bericht te sturen naar pedagogiek@viaviela.nl. Wie weet lees je jouw onderwerp de volgende keer terug in de blog!
Uiteraard worden alle vragen vertrouwelijk behandeld.

Eva van Eekelen is orthopedagoog en werkzaam bij ViaViela als pedagogisch beleidsmedewerker.

vrijdag 16 augustus 2013

Gratis kinderopvang bestaat niet

Zo af en toe zie je het in de krant verschijnen; ouders die niet betaalden voor de opvang en nu ineens een naheffing van de Belastingdienst krijgen. Of ze even de  ontvangen kinderopvangtoeslag willen terugbetalen. Ouders zitten met hun handen in het haar, want het gaat vaak om forse bedragen. 

Hoe kan dit?

Kinderopvang – of het nou bij een gastouder, een kinderdagverblijf of een buitenschoolse opvang is- kost geld. De overheid komt ouders daarin tegemoet met kinderopvangtoeslag. Om aanspraak te mogen maken op de kinderopvangtoeslag moeten zowel de ouders als de opvang aan een aantal regels voldoen. Blijkt achteraf dat je toch niet voldeed aan de eisen, dan zal je de toeslag terug moeten betalen. De belangrijkste regel is tevens de simpelste: je moet als ouders wel kosten maken.
Onthoud: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat meestal ook. Gratis kinderopvang waarvoor je toch kinderopvangtoeslag krijgt, bestaat niet. Welke constructie je kinderopvangorganisatie ook aanbiedt, zonder kosten geen toeslag. Zorg dus dat je altijd kan bewijzen dat je kosten gemaakt hebt. Klanten van ViaViela kunnen dat heel gemakkelijk. Wij bieden hen niet alleen een maandelijkse factuur, maar ook een overzicht aan het einde van het jaar.  Zo maken we het makkelijk voor ouders!

maandag 12 augustus 2013

Glijpartijen in het zwembad

Twee weken geleden was ik leiding op een kinderkamp en gingen we een dagje naar het zwembad. De kinderen leefden zich uit op de glijbaan, in de stroomversnelling en de rest van het bad. De regel ‘niet rennen in het zwembad’ werd in het enthousiasme al snel vergeten en een jongetje maakte een lelijke val. Een snee op zijn achterhoofd was het gevolg.


Aangezien ik niet zo lang geleden de cursus EHBO aan kinderen had gevolgd, had ik verwacht dat ik wist hoe ik moest handelen. Dat blijkt in de praktijk toch ineens best lastig te zijn! Het was moeilijk te zien hoe diep de wond was en zwaluwstaartjes bleven niet plakken tussen zijn kroeshaartjes. Moest ik met hem naar het ziekenhuis? Hij was wel goed bij bewustzijn… Lastige beslissingen, al helemaal als het om het kind van iemand anders gaat.

Eenmaal thuis blikte ik op deze situatie terug en bedacht ik me dat deze twijfel waarschijnlijk bij meer verzorgers op kan spelen: een EHBO-certificaat op zak of niet. Ik zocht de EHBO-instructrice op bij wie ik dit jaar de cursus had gevolgd en vroeg haar hoe je de theorie het beste in de praktijk kunt toepassen. Lees hieronder de tips van Cora Molenbroek, instructrice EHBO aan kinderen en EHBO-er bij evenementen.

Cora Molenbroek

Cora geeft aan dat de vijf belangrijke punten EHBO een handige leidraad zijn, omdat je deze in elke situatie kunt doorlopen. Bijvoorbeeld in bovenstaande situatie: let op gevaar (punt 1), help bij voorkeur op de plek waar het kind zit/ligt (punt 5) en controleer het bewustzijn (punt 2). Is het kind flauwgevallen of reageert het niet wanneer je iets vraagt? Dan moet je direct 112 bellen (punt 4). Als het kind bij bewustzijn is, stel je hem gerust (punt 3) en ga je controleren wat er aan de hand is (punt 2). Bij een val kan het kind bijvoorbeeld een wond, een kneuzing of een botbreuk hebben.





  • Een wond kun je eerst proberen te hechten met zwaluwstaartjes. Als dit niet werkt of de wond zit op een opvallende plek zoals het gezicht, moet je de wond laten plakken of hechten in het ziekenhuis.
  • Er is waarschijnlijk sprake van een kneuzing als het pijnlijke lichaamsdeel nog te bewegen is en er een zwelling ontstaat. Koelen is dan de beste oplossing. Daarvoor kun je een ijskompres gebruiken, maar een zak diepvrieserwtjes of iets vergelijkbaars kan ook prima.
  • Als het lichaamsdeel niet meer te bewegen is, is het waarschijnlijk gebroken. In dit geval moet je de huisarts raadplegen.

Dit voorbeeld betreft een ongeluk aan de kant. Er kunnen echter ook ongelukken in het water gebeuren. De afgelopen week was het in het nieuws dat steeds meer kinderen de basisschool verlaten zonder zwemdiploma. Verontrustend nieuws, al helemaal als je dezelfde week hoort dat het aantal verdrinkingen in Nederland dit jaar hoger is dan ooit. Cora vertelt dat veel ongelukken voorkomen kunnen worden door alertheid van de (gast)ouder:

  • Houd de kinderen altijd in het zicht en ga zo veel mogelijk zelf mee het water in.
  • Kinderen die niet kunnen zwemmen, moeten altijd zwembandjes om. Ook als ze spelen in de buurt van water.
  • Bij oudere kinderen kun je eventueel afspreken dat ze zich melden op bepaalde tijdstippen.

Om terug te komen op de twijfel die je kunt hebben ondanks het behalen van je certificaat EHBO aan kinderen: blijf zelf rustig, stel het kind gerust en vraag omstanders om hulp. In het zwembad zijn altijd EHBO-ers aanwezig die dagelijks ongelukjes van kinderen meemaken en daardoor een grote praktijkervaring hebben.

Als je alleen bent en twijfelt over de ernst van de situatie, dan kun je altijd de huisarts of 112 bellen voor advies.

Hopelijk overkomt jou en je kind niks. Maar voor het geval dat er iets gebeurt, hoop ik dat je met deze tips beter voorbereid bent. Succes!

Heb je een onderwerp waar je meer over zou willen weten of heb je een vraag over de opvoeding van je (opvang)kind? Laat het me dan weten door een reactie te plaatsen of een bericht te sturen naar pedagogiek@viaviela.nl. Wie weet lees je jouw onderwerp de volgende keer terug in de blog!
Uiteraard worden alle vragen vertrouwelijk behandeld.Eva van Eekelen is orthopedagoog en werkzaam bij ViaViela als pedagogisch beleidsmedewerker.

woensdag 7 augustus 2013

Veilig op weg vaak toch niet zo veilig

Je kleine groeit maar door en dus begint je zoektocht naar een nieuwe autostoel. Je stort je op Google, productvergelijkers en verdiept je in tientallen recensies. Je bezoekt winkels en laat je kind ‘proefzitten’. Uiteindelijk maak je een keus. Het wordt de duurste uiteraard. Want die komt als beste uit de test en ‘veiligheid kent geen prijs’, nietwaar?

Je kind is in zijn nopjes met zijn nieuwe stoel en jij bent blij met je aankoop. Je bent goed bezig, denk je bij jezelf.

Niets is minder waar. Driekwart van de ouders met kinderen tussen de 0 en 4 vervoert hun kind onbewust onveilig in de auto. Driekwart!!

Waar gaat het mis?

Ik citeer uit het onderzoek van Task Force Kinderveiligheid. “15% van de kinderen zit niet in de juiste stoel. Ouders stappen vaak te snel over naar een grotere autostoel. 33% van de autostoelen is niet juist bevestigd en 41% van de kinderen zit niet goed in de autostoel vast.”

Beetje dom van die ouders, dacht ik nog. Dat zou mij nou nooit overkomen.

Wel dus.

De jongste ging over naar de stoel van de oudste en de oudste kreeg een nieuwe: voor ‘grote jongens’. Hij zat er keurig in, dacht ik tevreden toen ik met hem naar huis reed. Ik had immers goed opgelet bij de autostoelwinkelmevrouw. Tot het me opviel – na pakweg een week - dat de stoel vervaarlijk wiebelde in de bochten.

Dat kon niet goed zijn. Thuisgekomen pakte ik gauw de handleiding erbij. Oei, vergeten de hoofdsteun vast te maken aan de achterbank…Ik bedankte het beschermengeltje van mijn zoontje – die had een week lang goed op hem gepast - en herstelde snel de fout.

Dus nu kan ik veilig op weg met de jongens.









Maar het kan nog veel veiliger, zo blijkt. 

Kinderen worden tot 5x veiliger vervoerd als ze in een achterwaarts gerichte stoel zitten. Tot minstens 2 jaar en bij voorkeur tot 4 jaar. Aldus de Consumentenbond. Momenteel worden de normen voor veilig vervoer van kinderen al bijgesteld in de zogenaamde i-Size Norm.

Het is een onderwerp dat leeft, getuige de maar liefst 52.000 berichten hierover op Zwangerschapspagina.nl. De één heeft al een achterwaarts gerichte stoel aangeschaft en de ander vraagt zich vertwijfeld af waar ze de benen van haar peuter dan moet laten.

Vanzelfsprekend vind ik veiligheid belangrijk als moeder van twee knulletjes van bijna 4 en ruim 1. Maar ik zag ook hoe ze straalden toen ze – beiden met ongeveer 15 maanden - uit die kleine Maxi Cosi konden en ineens vooruit konden kijken. De stoelen waar ze in zitten, zijn als ‘goed’ en ‘zeer goed’ uit de tests gekomen. Dus nee, hier geen achterwaarts gerichte stoelen. Maar ze zitten nu wel goed vast. Dat wel.